Een vreemde taal leren, daar krijgt elke middelbare scholier mee te maken. Maar dat is nog niet zo eenvoudig. Want niet elk kind heeft een talenknobbel. Neem daarbij de drukte die bij een nieuw schooljaar, vooral voor de brugklassers, hoort en je bent al snel de rust in het koppie kwijt.
Er zijn een aantal manieren om toch de vreemde talen te leren.
- De afdekmethode
- Online woordjes leren
- De kaartjes methode
De “afdekmethode”
Op school gebruiken ze voor het leren van de vreemde talen meestal de afdekmethode. Daarmee leer je je woordenschat uit een boek. Je leert de woorden uit je hoofd. Eerst het eerste rijtje, of de eerste 10 woorden. Vervolgens de volgende 10 woorden. Nederlands – vreemde taal. Vreemde taal – Nederlands. En zo ga je door totdat je de pagina uit je boek helemaal behandeld hebt. Om jezelf te overhoren leg je een blaadje over de vreemde woorden en probeer je de Nederlandse woorden te vertalen. Handig hierbij is het wanneer je de woorden opschrijft, daardoor onthou je ze beter en kun je meteen de schrijfwijze controleren. Vink de woorden die je kent af en herhaal degene die je niet kent.
De “online-methode”
Online vind je programma’s om jezelf te overhoren. Er zijn meerdere sites waar je zelf de woorden intypt en je vervolgens jezelf gaat overhoren zoals bij wrts ,quizlet of wozzol. Maar let hierbij op! Wanneer je zelf woordjes invoert let dan goed op de spelling. Want je leert het zoals jij jouw woordenlijsten aanmaakt. En als je een typefoutje hebt gemaakt leer je dat dus ook. Een tip hierbij is: laat iemand jouw woordenlijsten controleren zodat je zeker weet dat je de juiste spelling ingevoerd hebt en dus de juiste spelling leert.
De “kaartjesmethode”
De kaartjesmethode is al heel lang een ideale methode om woorden en vervoegingen van werkwoorden onder de knie te krijgen. Je kunt de kaartjes iedere keer zelf maken van het hoofdstuk waar je bent. Maar je kunt ook een spel spelen. Angelique ontwikkelde ook een taalspel voor middelbare scholieren waarin de basiskennis van de brugklas zit. Met dit spel kun je heel gericht een werkwoord eruit nemen en dit oefenen, oefenen en oefenen zodat je het ook écht niet meer vergeet. Of het spel samen spelen zodat ook papa, mama, broer en zus hun kennis ophalen of de taal samen met jou leren.
Door de vele variatie mogelijkheden past het spel bij ieder kind. Want leer je beter alleen of samen? Dat kan hiermee allebei. Leer je beter door een taal te horen? Dan luister je de podcast. Wil je jezelf overhoren? Dan print je de oefenbladen en leer je direct de schrijfwijze. Of je neemt de kaartjes terwijl je op de bank zit, op bed of aan tafel, en kijkt hoeveel woorden en zinnen je al kent.
Het unieke van deze taalspellen is dat je de (werk)woorden allemaal gedurende het brugklasjaar krijgt. Je leert spelenderwijs een vreemde taal, op een leuke en afwisselende manier. En nóg een voordeel is dat je een voorsprong creëert op de lesstof en gedurende het jaar meer tijd hebt voor de andere vakken omdat je de taalkennis al kent.
Taalspellen om de vreemde taal gemakkelijk te leren
Wil jij aan de slag met die handige kaartjesmethode? Maar liefst 72 kaarten per spel; voor elk brugklas werkwoord en belangrijke woorden een kaartje mét voorbeeldzin én podcast? In één keer alle basiskennis bij elkaar voor een heel schooljaar. Zo kun je lekker vooruit leren en tijd overhouden voor de andere vakken.
Ze zijn praktisch en geordend met kleur. Je ontvangt er lekker veel oefenmateriaal bij om ook de schrijfwijze te oefenen, en wat helemaal handig is ze zijn ook nog eens inclusief podcasts voor de juiste uitspraak én leuke extra’s om het leren nóg leuker te maken. Je puber kan direct aan de slag met leren van elke vreemde taal 🙂
Keuze uit Duits, Engels, Frans, Spaans, en er zijn ook nog mooie voordeelpakketten!